Vijverbacteriën voor een juist biologisch evenwicht van het vijverwater
Voor een juist biologisch evenwicht van het vijverwater zijn bacteriën onmisbaar. Bacteriën helpen namelijk met de afbraak van schadelijke stoffen, waaronder ontlasting van vissen en ammoniak, een stof die ontstaat door de rotting van natuurafval. Bacteriën zorgen er hierdoor zelfs voor dat de vijver minder vaak onderhouden hoeft te worden.
Hoe werken vijverbacteriën?
Vijverbacteriën of nitrificerende bacteriën zorgen ervoor dat het vijverwater helder en gezond blijft. Ze zorgen voor een goede groei van de zuurstofplanten en een goede gezondheid van de vissen. Hoe zij dit doen? Door de afbraak van organisch vuil, zoals bladeren en niet opgegeten visvoer en afgestorven planten, ontstaat de giftige stof ammoniak. Ook de vissen zelf scheiden ammoniak uit, via hun kieuwen en hun ontlasting.
Nitrificerende bacteriën bevinden zich in het biologisch filter en in de vijver zelf. Deze bacteriën zetten de ammoniak om in nitraat, een voedingsstof voor vijverplanten. Zonder de ingreep van vijverbacteriën zou een vijver zichzelf op den duur geheel vergiftigen.
Wat zijn de nadelige bijwerkingen van vijverbacteriën?
Voor het omzetten van ammoniak naar nitraat verbruiken de vijverbacteriën zuurstof en carbonaat. Door de afname van het carbonaatgehalte (kH-waarde) ontstaat verzuring van het water. Wanneer er tegelijkertijd zuur en zacht regenwater in de vijver valt, zorgt dit voor een afname van de pH-waarde. Nitrificerende bacteriën hebben op deze manier dus ook een negatieve werking.
Om vergiftiging en verzuring van het vijverwater te voorkomen en te zorgen voor een goede bacteriewerking moeten de waarden van het vijverwater in de gaten gehouden worden. Zowel de hardheid van het water (gH-waarde) als het carbonaatgehalte (kH-waarde) dient op peil gehouden te worden, eventueel met behulp van stabilisatoren. Het zuurstofgehalte kan op peil worden gebracht door de vijver te beluchten.
Wanneer moet je vijverbacteriën gebruiken?
Het biologische evenwicht van het vijverwater houdt normaal gesproken zichzelf in stand. Nitrificerende bacteriën bevinden zich dan ook van nature in je vijver en in het biologisch filter. Maar dit biologisch evenwicht kan door een aantal oorzaken verstoord raken, waardoor de bacteriepopulatie afneemt. Dit kan zijn door:
- Een teveel aan organisch vuil in de vijver. De vrijkomende voedingsstoffen zijn hierdoor te veel voor de bacteriën om te kunnen omzetten;
- Zuurstofgebrek, bijvoorbeeld door het verversen van het vijverwater of het gebruik van bepaalde medicijnen. Hierdoor stagneert de werking van bacteriën;
- Een tekort aan vijverplanten. De planten gebruiken hierdoor te weinig voedingsstoffen en geven vrij spel aan algen;
- Het gebruik van een UV-C filter. UV-C lampen doden algen en ziektekiemen, maar zorgen er helaas ook voor dat de bacteriehuishouding daalt.
Wanneer het biologisch evenwicht van de vijver is verstoord, kun je extra nitrificerende bacteriën toevoegen. Doe dit bijvoorbeeld om te vijver op te starten na een grondige schoonmaak en verversing van het water of na de winter. Dit geldt ook wanneer het biologisch filter bevroren is geweest. Ook na het gebruik van medicatie kan het goed zijn om bacteriën toe te voegen. Bij het gebruik van een UV-C filter dien je het water bij voorkeur twee keer per jaar aan te vullen met bacteriën.